Chemische vergelijking balanceren

Balanceer chemische vergelijkingen snel met deze tool.

Instructies

Vorm verbindingen door elementen toe te voegen in de vorm van H, He, Li,... gevolgd door het aantal atomen van dat element in elke verbinding, of laat het weg als er slechts één atoom is. Vervolgens groepeer je verschillende reagentia of producten met het symbool +. Om de vergelijking te voltooien, voeg je de reagentia toe, een = symbool, en de producten. Voorbeeld: H2 + O2 = H2O

Om de chemische vergelijking te balanceren, klik je simpelweg op de knop Balanceren en het resultaat wordt in LaTeX opgemaakt weergegeven.

Hoe werkt het?

In plaats van de schattingsmethode te gebruiken, maakt deze tool een stelsel van vergelijkingen en lost deze op om de coëfficiënten te vinden die de vergelijking balanceren.

Om het duidelijk te maken, laten we een voorbeeld nemen met de volgende chemische vergelijking:

1. Eerst kennen we coëfficiënten toe aan elke molecule in de vergelijking op deze manier:

2. We identificeren de elementen in de chemische formule:

3. We bouwen de vectorvergelijking, één voor elke molecule in de vergelijking. In de i-de positie van de vector plaatsen we het aantal atomen dat er van dat element i-de in die molecule zit, zoals gevonden in de vorige stap. Het eerste vector is bijvoorbeeld [3, 8, 0], wat aangeeft dat de eerste molecule bestaat uit 3 koolstofatomen en 8 waterstofatomen, dus C3H8.
4. We lossen een kant van de vergelijking op, waarbij we aan die kant een vector van nullen laten:
5. We decomponeren dit in een matrix die de chemische vergelijking vermenigvuldigd met een vector van coëfficiënten voorstelt:
6. We stellen het stelsel van vergelijkingen voor als een uitgebreide matrix:
7. We reduceren de uitgebreide matrix naar zijn gereduceerde trapvorm:
8. Zoals te zien is, heeft de matrix meer onbekenden dan vergelijkingen, wat de variabele x₄ vrij laat. Door de variabelen te parametriseren op basis van t, verkrijgen we het volgende:
9. Om de breuken te verwijderen, kiezen we een waarde voor t die overeenkomt met het kleinste gemene veelvoud van de noemers, in dit geval 3. De coëfficiënten worden dan:
10. Door de coëfficiënten in te vullen in de vergelijking van stap 1, krijgen we de oplossing:

Steun deze site

Als het nuttig voor je was, deel deze pagina met je contacten via e-mail, sociale media,... enz.